
Ingezonden: Misverstand 6 (27 juni 2025)
“Genetische afwijkingen bij nageslacht door straling”.
In 1946 kreeg geneticus Hermann Muller de Nobelprijs. Hij had fruitvliegjes aan Röntgenstraling onderworpen en vastgesteld dat hoe meer straling hij gaf, des te meer genetische afwijkingen bij de fruitvliegjes optraden. Hij vertelde niet dat hij een enorme hoeveelheid Röntgenstraling moest geven, want anders gebeurde er niets. Ieder mens zou door zo’n hoge dosis straling binnen een dag overlijden. Maar de primitieve fruitvliegjes kunnen dat hebben. Muller legde de grondslag voor de nu gangbare mening dat straling genetische afwijkingen bij het nageslacht veroorzaakt.
In 1945 werden Nagasaki en Hiroshima getroffen door atoombommen. Velen kwamen om. Maar duizenden, iets verder weg, ondergingen een grote hoeveelheid straling, maar overleefden dat. Deze mensen zijn zestig jaar lang nauwgezet gevolgd. Velen van hen zijn later getrouwd en hebben kinderen gekregen. Daarbij is gebleken dat bij deze kinderen geen genetische afwijkingen te vinden waren (bron bron NIH, National Institutes of Health 2011). Straling veroorzaakt klaarblijkelijk geen genetische afwijkingen bij het nageslacht.
Dit moet niet verward worden met schade door straling die tijdens de zwangerschap toegebracht kan worden aan ongeboren kinderen. Om die reden zijn na Tsjernobyl vele zwangerschappen afgebroken omdat gevreesd werd voor de geboorte van mismaakte baby’s. Dat heeft dus niets te maken met genetische schade waarbij afwijkingen doorgegeven worden aan het nageslacht.
Haaren, Gerard Smals.